Image

‘Het grootste compliment? Dat kampeerders terugkomen’

Al veertig jaar kunnen natuurkampeerders terecht bij Dik en Frida van Gelder, de eigenaren van De Marsbelte. In het hart van Salland, tussen Zwolle en Deventer, ligt deze groene oase.

‘In 1975 startten we met de camping en in 1983 werden we een Natuurkampeerterrein’, vertelt Dik. Die keuze had alles te maken met het soort kampeerders. ‘Overdag ging ik gewoon naar mijn werk en ik wilde dat ons terrein er aan het eind van de dag hetzelfde of misschien zelfs nog beter bij zou liggen. Wij merken dat veel natuurkampeerders net zo gek van De Marsbelte zijn als wijzelf en daarom niet te beroerd zijn om soms even te helpen. Dat sprak en spreekt ons erg aan.’

Even bellen

In de begindagen was De Marsbelte een eenvoudig terrein. ‘We hadden een pomp, daar moest je je wassen. Drinkwater kon je hier bij ons thuis ophalen.’ Daarna kwam een pipowagen met sanitair. ‘Op het dak lag een grote zwarte slang met het water. Overdag deed de zon z’n werk en zo hadden we warm water. Eenvoudig maar duurzaam’, zegt Dik. Nu staat er een sanitairgebouw en slechtweervoorziening, en er is zelfs wifi op het gehele terrein. Toch blijven sommige dingen hetzelfde: ‘Je kunt bij ons niet online reserveren, daarvoor moet je even bellen. Als iemand dan om een plekje vraagt, kan ik mooi zeggen: “Voor jou altijd!”’, vertelt Dik lachend. ‘Ik geniet van dat contact.’

Image

Als je al zo lang beheerder van een kampeerterrein bent, komen de verhalen vanzelf. Dik loopt over het terrein en wijst om zich heen. ‘Dit is onze boomhut, van maar liefst acht meter hoog. Die heb ik met mijn leerlingen van de MTS gemaakt. Je kunt je daar even terugtrekken.’ Met een grijns wijst hij een beschutte kampeerplaats aan: ‘Dit is het romantische plekje. Op een gegeven moment kregen we een geboortekaartje van ene Wimpie. Geen idee wie dat was. Tot we de namen van zijn ouders zagen en gingen terugrekenen: negen maanden geleden stonden zij hier. Toen viel het kwartje.’

Dik geeft alle gasten een rondleiding over het terrein. ‘Zo leer je elkaar alvast kennen.’ Hij passeert De Bonte Merel, een van de twee Trekkershutten, een waardevolle toevoeging voor het terrein van Dik en Frida. ‘Er komen veel bejaarde stellen bij ons kamperen. Als de man dan overlijdt, komt de vrouw vaak niet meer, omdat ze niet alleen kan of wil kamperen. Daarom hebben wij deze hutten hier neergezet, zodat zij kunnen blijven komen. Ook ontvangen we veel gasten die op wandel- of fietsvakantie zijn, en mensen die wel op zoek zijn naar het kampeergevoel, maar ook iets meer luxe willen.’

De maquette op zolder

Tot het begin van de coronapandemie was een vast onderdeel van de rondleiding een bezoekje aan de indrukwekkende maquette van Dik, op de zolder van zijn schuur. Daar heeft hij Salland nagebouwd, compleet met alle dorpjes, steden en natuurgebieden. Aan alle details is gedacht en uiteraard is ook De Marsbelte te zien. ‘Ik ben timmerman en heb alles van hout gebouwd. Nu wil ik met kerstverlichting de fiets- en wandelroutes weergeven, zodat je in één oogopslag ziet langs welke dorpjes en steden je komt.’

Image
Met de klok mee: de Trekkershut, de maquette van Salland op zolder en de boomhut

In de tuin van hun huis zit Frida. Trots wijst ze op de vlinderstruik, waar het krioelt van de bijen, hommels en vlinders. ‘Laatst hadden we zelfs een koninginnepage op bezoek!’ Vanuit de tuin zwaait ze af en toe naar een passerende gast. ‘We hebben in al die jaren zoveel kampeerders ontmoet’, vertelt ze. ‘Sommigen zijn goede kennissen geworden. Je leert elkaar kennen en bent bij de belangrijke momenten in iemand leven aanwezig, zoals bruiloften en helaas ook bij crematies.’ Dik vult aan: ‘Laatst waren we bij een begrafenis van een van de vaste gasten en in drie van de vijf toespraken werd De Marsbelte genoemd. Dat vonden we zo bijzonder.’

Mappen vol verhalen

Zoveel gasten, zoveel verhalen. Dik haalt twee mappen tevoorschijn: een met krantenknipsels over De Marsbelte en een met verhalen over de camping, geschreven door een van de gasten. Hij vertelt over de vrouw die door een wesp in haar bil gestoken werd (‘Ja, die angel heb ik eruit gehaald!’), over de groep Ieren die ooit neerstreek op het terrein (‘Die hebben voor zoveel overlast gezorgd, dat willen we nooit meer’) en over de cardioloog die hem naar het ziekenhuis stuurde (‘Wij dachten dat ik gewoon niet lekker was, maar ik had eigenlijk een kleine TIA gehad. Die arts herkende het en liet Frida het ziekenhuis bellen’).

Hoewel Dik en Frida een dagje ouder worden en al een tijdje met hun gezondheid kwakkelen, denken ze nog niet aan stoppen. ‘We willen nog wel tien jaar doorgaan!’, zegt Dik enthousiast. Want het contact met de gasten, daar kunnen ze nog niet zonder. ‘Het mooiste compliment dat we kunnen krijgen? “We hebben het naar ons zin gehad en komen volgend jaar terug.” Daar doen we het voor.’

Zelf kamperen op De Marsbelte?

Dat kan! Dit Natuurkampeerterrein is het gehele jaar geopend