Image

Zo hou je je fietsvakantie leuk!

Sijmen (33) en Sarah (31) hebben voor een half jaar hun huis en hond ingeruild voor twee sterke fietsen en twaalf tassen. Het mooiste aan al die reizen? In alle vroegte voor de tent ontbijten in de ontwakende natuur.

Dus jij gaat met je tent op fietsvakantie? Wat een goed idee! Want of je nu de wijde wereld in trekt of lekker in Nederland blijft: op vakantie met de fiets is de leukste manier van reizen. Het is hartstikke gezond, goedkoop en je bent de hele dag buiten. Elke dag is een nieuw avontuur. Je reist zonder haast en hebt de tijd om écht van de omgeving te genieten. Als kers op de taart word je er (mentaal) sterker van. Als fietsvolk zijn wij Nederlanders gemaakt voor de fietsvakantie.

Iedereen kan het. Jong, oud, dik, dun, ervaren of onervaren, het maakt niet uit. Maar vergis je niet, een fietsvakantie met de tent is een unieke manier van reizen en het is niet altijd even makkelijk. Je hebt weinig bagageruimte en uren achter elkaar fietsen is best pittig. Daarom geven we je zes tips om het voor jezelf en voor je reisgezelschap leuk te houden.

Tip 1: Zeemleren ondergoed en merinowol

Sportieve fietsers dragen vaak hele blitse pakjes met strakke broeken en fluorescerende shirts. Handig op de racefiets, maar niet iedereen voelt zich er prettig in. Bovendien is het niet nodig op fietsvakantie; je kunt prima fietsen met je normale (sport)kleding. Toch dragen wielrenners die broekjes niet voor niets. Uren of dagen achter elkaar op een zadel zitten, daar houden je billen niet van. Zeker niet met warm weer.

Gelukkig is er fietsondergoed speciaal gemaakt voor fietsers, mét zeem.
De zeem beschermt je billen en je kunt er gemakkelijk je gewone korte broek overheen aantrekken. Zo kun je ongegeneerd een boodschap halen in de supermarkt of door een stadje slenteren. Maar let op: om zadelpijn en ander billenleed te voorkomen is het belangrijk dat je je ondergoed elke dag goed uitwast. Minstens twee fietsonderbroeken is dus geen overbodige luxe. Je kunt het gewassen broekje de volgende dag droog laten wapperen onder je snelbinders.

Voor de fluorescerende shirtjes van racefietsers is er ook een mooi alternatief dat we iedere vakantiefietser aanraden. Wij zijn namelijk groot fan van merinowollen shirts. Wol? Op de fiets met warm weer? Ja echt. Merinowol is wol, maar zo voelt het niet en de shirts zijn vaak dunner dan katoen. En het mooie is, je kunt er in zweten wat je wilt en het een week dragen zonder te wassen en nog gaat het niet stinken. Dat komt door de antibacteriële werking. Vieze luchtjes kunnen zich niet binden aan de stof. Bovendien isoleert merinowol fantastisch; het houdt je warm in de kou en koel in de hitte. Het is ook nog eens lichtgewicht en sneldrogend. Topspul dus, helemaal voor op de fiets.

Tip 2: Organiseer je tassen

Naast je kleding heb je nog veel meer spullen mee: kookgerei, boeken, spelletjes, slaapspullen en ga zo maar door. Wij hebben met zijn tweeën in totaal 12 tassen. Daar schrokken we zelf ook een beetje van. Maar met voor- en achtertassen, een stuurtas en een tas op je bagagedrager ben je er al. Zelfs als je minder tassen meeneemt, zijn het er meer dan je lief is. Hoe houdt je al dat spul in al die tassen overzichtelijk? Maak jezelf geen illusies, het wordt sowieso een bende.

Wat helpt is het logisch indelen van je tassen in verschillende compartimenten. Nog meer tassen, bakken en zakken toevoegen dus. Een zak voor je kleren, een zak voor de was, een bestekzak, een of twee plastic bakken waar je etenswaar, koffie, thee, in opbergt, etc. Wij zien onze tassen als ons huis. De pannen liggen bijvoorbeeld altijd in ‘de keuken’ en een pen in ‘het kantoor’. Zo raakt er niets zoek, blijft de sfeer goed en zie je door de chaos je tent nog.

Tip 3: De ideale tent

Over die tent gesproken, bezuinig vooral niet op het formaat ervan. Al die tassen moeten een droog plekje hebben en je moet er ook nog in kunnen slapen. Je nachtrust is belangrijk tijdens een fietsvakantie en voldoende ruimte geeft rust. Overdrijf het niet, maar zorg in elk geval voor een grote voortent waar je tassen in passen. Onze stelregel is: ga je met z’n tweeën op pad, neem een driepersoonstent. Met z’n drieën, twee tweepersoonstenten. Enzovoorts. Het weegt misschien een kilootje meer, maar met die goede nachtrust heb je energie genoeg om dat extra gewicht te dragen.

Tip 4: Eten, eten, eten!

Op fietsvakantie is al het eten lekker. Ook al zit je ‘s avonds met een dampend bord aardappelpuree, vissticks en blikgroente voor je tent, het proeft als haut cuisine. En dat is mooi, want eten is enorm belangrijk tijdens je fietsvakantie. Je gebruikt aardig wat brandstof op de fiets en vergis je niet, een lege tank of hongerklop (trillend in de berm zitten en geen meter vooruit komen) wil je echt voorkomen. En dus moet je eten! En veel ook. Feest!

Image

Wij werken vaak een dubbel​ ontbijt weg, eten bij de koffie altijd gebak, een stevige lunch en ’s avonds een bord pasta of rijst waarvan we steevast zeggen dat het deze keer echt te veel is. Het gaat altijd op. En ja, tussendoor natuurlijk wat dadels, koekjes, bananen en een zak zoute pinda’s. En dat is dan net genoeg om de dag door te komen.

Het is natuurlijk afhankelijk van de inspanning en je stofwisseling, maar leer goed luisteren naar wat je lichaam nodig heeft. Eet vóór je de honger voelt en bezuinig vooral niet op de hoeveelheid. Dat is voor je reisgezelschap ook wel zo prettig, want niets is zo gevaarlijk voor de sfeer als een hongerig mens.

Tip 5: Fiets zonder haast (en doe middagdutjes)!

Het mooie van fietsvakantie is dat je zo snel het natuurlijke dag- en nachtritme overneemt. Verzet je er vooral niet tegen! Je lichaam heeft rust nodig. Wij vinden om half tien naar bed inmiddels de normaalste zaak van de wereld. Dan ben je ook lekker vroeg wakker. Met de vogels die je vrolijk toezingen, de stilte, de dauw die een mysterieus laagje over het landschap legt en met de grootste kans op een wegschietende ree. Vroeg opstaan en op de fiets stappen is echt een aanrader, maar neem natuurlijk wel de tijd voor een goed ontbijt.

Rust is ook belangrijk tijdens het fietsen. Fiets zonder haast! Stippel een route uit met een duidelijk einddoel, maar bedenk dat er altijd meerdere wegen zijn om dat doel te bereiken. Blijf flexibel. Wijk af van je plan op basis van tips of nieuwe inzichten. De kleine weggetjes zijn bijna altijd rustig en het mooist, al gaan ze zelden recht op je doel af. Bedenk dat het aan het einde van de dag niet gaat om het aantal kilometers dat je hebt afgelegd (al is een beetje opscheppen daarover soms óók best leuk), maar wat je tussendoor allemaal hebt gezien. Het gaat om de weg. Vergeet niet een stevige middagpauze te nemen en zo nu en dan een rustdag hebben je beenspieren ook wel verdiend.

Image

Tip 6: Een verzetje lager

Oké, fietsen gaat dus niet om de eindbestemming, maar om de weg. Maar wat als het op de weg tegenzit? Tegenwind, een hoosbui, een lekke band, steile heuvels of gewoonweg geen zin meer: het kan gebeuren en met een beetje pech komt het allemaal tegelijk.

Ja, dat is ook fietsvakantie. Hoe ga je hier mee om? Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Je kunt boos worden. Op de regen, op de berg, op elkaar, op de (ingenieurs) van de weg of de bandenfabrikant. Een andere weg is jezelf moed inpraten: we zijn er bijna, het wordt zo droog, na die bocht is het voorbij. Of wanhopig worden: we zijn er nog lang niet, houdt dit nooit op? We halen het nooit. Ik kan echt niet meer. Echt niet!

Boos worden, te optimistisch of te pessimistisch. Hoe dan ook, die tegenslag moet je overwinnen. Bedenk dat je hier mentaal sterker van wordt. Probeer niet teveel bezig te zijn met alles wat nog komen gaat, maar wees trots op wat je nu aan het presteren bent. Schakel een verzetje lager, zet je gedachten op nul en trap rustig door. En bedenk je, dat het juist deze momenten zijn die later de mooiste verhalen maken.

Image

Kortom, fiets zonder haast. Geniet van die draaiende benen, van het landschap dat langs glijdt en van elkaar als je samen fietst. Geniet ook van de ontberingen en het eenvoudige leven op de fiets. Achter elke bocht ligt het avontuur op de loer. Zorg dat je dat met beide handen aangrijpt.

Meer lezen?